Nadat de luiken open waren gegaan in Parma waarachter de kijkglazen steken bleek achter de luiken van het hotel een buitje ontstaan te zijn. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Het lijkt van korte duur en aangezien er eerst toch een vorm van interne versteviging gezocht mag worden droogt dat wel op tussentijds. Een uitgebreide keur aan broodjes en andersoorts zaaks wacht op verorbering. Waaronder ook een lang niet geziene: die van koffieconcentraat! Die levert gegarandeerd de beste meuk op die je uit doet zien naar de eerste tussenstop, al lijkt de bijgemelkte versie best in de smaak te vallen. Tijdens het opzadelen is alles grotendeels weer opgedroogd buiten. Bij Gerard pakt het inpakken alleen anders uit: één van zijn koffer geeft de strijd op en de deksel komt er af. Dat is weinig praktisch, want daarmee sluit de koffer niet goed meer af. Opties worden bekeken en uiteindelijk gaat de koffer met een broekriem in de sluiting. En kan een deel onder de spin achterop! We kunnen weer!
In Parma pakken we nog een tankstop, die ook een waar feestje vorm. Twee van de pompen geven na een aantal liter op: op! Alleen pomp 7 blijft nog geven, wat tot lichtelijke chaos lijdt op het vroege uur. Die al knap warmpjes begint te worden. Vanuit Parma steken we naar Basilcanova, waar we bij Lesigano de Bagni langzaam weer bergachtig gebied in rijden. En Tomtom het op de heupen krijgt en de bochtige spannende wegen smal maakt. En onverhard? Dat gaat niet goed komen als dat het beeld wordt van de gehel dag. Het plan wordt aangepast en een meer doorgaande route gezocht. Die dan weer gedwarsboomd wordt door een afgesloten weg.
Beter asfalt ontvouwt zich en het betere sturen wordt weer deel van de route naar beneden richting kust. Via Patorello voert de SP36 naar Mercato, en gaan we via Ruzzano via de SP80 naar Renzano om op de SP68 via Vairo, Valcieca en Rigoso op de SP74 te belanden. Bij Tavernelle wordt het wat meer glooiend naar Aulla en draaien we het laatste stuk door richting La Spezia. Ondertussen piekt de temperatuur met regelmaat dik boven de 30 graden uit. Het is warm. En La Spezia druk! Daaruit nemen we de SS1 richting Padivarma waar zich boven een berg een knap donkerzwart wolkje zich ontwikkeld. En daar sturen we als laverend op af… Langzaam vallen een paar eerste druppels, wel van formaat halve emmer. In de buurt van Boghetto di Vara wordt het tijd de fietsen neer te zetten en pauze in te lassen: dit is een beste bui die naar beneden pleurt! Een verfrissing en ijsje maken ook een goede pauzemoment om daarna weer door te rijden. Niet voordat er een hotel geboekt is in Rapallo. Je kunt maar liggen! De temperatuur is 10 graden gezakt, maar loopt onderweg weer langzaam op als we de SS1 volgen via Carrodano, Bracco, Casarza Ligure, Lavagna tot in Rapallo.
Het is ook hier druk. En warm. En behulpzaam. Tenminste: je wordt de stoep afgejaagd door omstanders en politie in de zoektocht naar het hotel. Je mag kennelijk niet zomaar je fiets stilzetten. Poe… Uiteindelijk wijst de sterke undercoverarm ons richting hotel: die hebben we! Nu nog naar binnen…
Een telefoontje verder en in ploegendienst afladen maakt dat we inderdaad liggen. Nu de fietsen nog op een daarvoor bestemde plek zien te parkeren. Ook dat lukt, en zowaar: we kunnen opfrissen en een biertje doen aan de voet van het hotel. Hapjes er bij, biertje er bij, meer hapjes en een plan voor het vervolg. We zitten aan de kust, niet? Een visrestaurant ligt om de hoek en daar is plek zat. Zeg maar dat we de enige eters zijn. Dus volle aandacht van de kok.
Met een voedzame hap achter de kiezen gaan we nog even terug het terras op om weer voer te worden van de muggen. Want die zwerven hier. Veel! Heel veel…
Het is bijtijds weer dag in Desenzano, en een ontbijt is waar de mens beter op rijdt! Zeker nu we weten dat we een stukje terug mogen richting Limone Sul Garda, om daar het slimme vingerplankje weer op te halen. Met als bijkomstigheid dat we nu vast wel de Brasa Schlucht kunnen rijden, aangezien we van de andere kant de berg kunnen aansnijden! Zo gezegd, zo opgezadeld, en weer op pad. De fietsen staan klaar en volgetankt, dus appeltje uitje!
De Tomtom is wat listig in te schatten, want ergens moeten we van de weg af, en waarom zijn sommige delen toch zo vaag weergegeven. Gaandeweg wordt dat (weer) duidelijk: die vage stukken zijn tunnels! Oh ja! Even vergeten, maar dat mag: we zijn geen geheelonthouders hè.
Maar de afslag wordt gevonden en de rit voert ons door de spelonk tot vlak voor de stek waar we een dag eerder retour moesten maken. De missie wordt even stopgezet en we kunnen de indrukken later altijd nog afdrukken nu ze digitaal gecaptiveerd zijn. Want een indrukwekkend dingetje is het wel! Links kabbeld er een rustig stroompje voorbij, licht valt door wat gaten naar binnen. Mooi!
De rest van de rit naar het mooie terras van het Ristorante Pizzeria Hotel Paradiso hadden we nog redelijk vers tussen de oren. Maar nog een keer is geen straf! Net als een bakje doen, en het uitzicht vanaf het terras is niet vervelend. Mobiel is weer terecht, en wij hebben gezien wat we wilden zien! En hopen dat bij het vervolg we vooral minder zien wat we eerder zagen: bloedhitte en drukte als we verder langs het Gardameer naar boven rijden.
Want eigenlijk wilden we verder naar beneden. Maar om nogmaals dezelfde route te doen: nee. Dus rijden we de tegengestelde route naar Limone Sul Garda en gaan bij Riga del Garda linksaf de SS240 op. Die voert ons langs Bezzecco tot aan Sloro. Daar gaat de SP69 weer naar beneden tot aan de SS237. Zo gaan we langs het Idromeer naar Pieve Vecchia en steken bij Nozza verder tot aan Vobarno. Daar volgen we de SS45bis en de SP236 tot Goito. De SP17, SP78, SP32 en SP420 brengt ons uiteindelijk in Parma. Die van de hammen!
Hotel du Parc is de volgende stop. Al mogen we er vast nog even op uit om ergens een hapje te doen.
In het hotel krijgen we tijdens een paar biertje de hint om gebruik te maken van de ‘groene dagen’ die er zijn: eigenaren stellen hun tuinen open voor publiek en dat schijnt redelijk uniek te zijn. Dus ja ja ja, gaan we doen, als we er aan denken! Doe eerst naar een biertje?
Op de wandelgang toont een oude stad mooie zaken, maar geen open tuinen. Wel een open terras waar we heel hartelijk worden ontvangen, waar de Iceman het waarschijnlijk nog koud van zou krijgen. Na wat gesteggel hebben we plek. En bier. En wat te eten! Prima stek om te zitten en de avond in te zien vallen met zwaluwen als aanvullende druktemakers. Mooie dag was het!
De treinbeleving deze editie was een stuk beter. Naast de beter zitplek lijkt het schudehalte ook meegevallen te zijn. Al mis je natuurlijk wel een en ander met de luiken dicht. Aangezien we al vroeg aankomen komt de trein ook al vroeg tot leven. Een beetje opfrissen verder komt een verrassingspakketje ontbijt. Met een soortmentig koffie. Alles welgesmaakt en vastigheid gevend aan de binnenboel die de dag eerder minder stevig gevoed is met kipstokjes en nootjes. Prima!
Het weer in Innsbruck is Manjefiek: een flauw zonnetje, temperatuur okay en goede zin een vervolg te geven aan de rit.
Vanuit Insbruck gaan we langs de Brenner naar beneden toe. Om al snel verrast te worden door een tal van werkzaamheden die de snelheid er nogal uithaald. Tomtom stelt een alternatief voor wat een stuk beter gaat. Naast de wegwerken is het ook gewoonweg druk! Via Steinach am Brenner, Brennero, Sterzing, Mittewald en Brixen steken we door richting Colma (bekend gebied), Blumau dwars door Bolzano via de SS12. Daar gaat het verder naar beneden naar Neumarkt en Trente. De SS45bis naar Arco voert ons via Riva del Garda langs het Gardameer op weg naar een van de mooiste routes langs het meer. In Limone Sul Garda was de afslag rechts niet geheel de juiste, waar gelijk een lokale politiepet zich meldt wat we hier toch doen. Enig papieren uitleg verder geeft de behulpzame man de juiste aanwijzingen om na het tankstation rechts te gaan en daar en daar links te houden. Dank u, sterke arm!
De Vesio Brecia en de SP38 voert ons naar Terazza del Brivido. Wat niet alleen een memorabel uitzicht oplevert, naar later blijkt wel meer beroep te doen op wat memorabels. Een verfrissing verder gaat ook de rit verder. We hebben onderwijl een onderkomen geboekt in Desenzano, en die kant moeten we op. De mooie route voert nog wat verder, edoch bij Ristorante Pizzeria La Forra is de weg deels afgesloten tussen 10.00 en 19.00… En dan vooral naar beneden toe. En laat dat onze richting zijn?!
Dat wil zeggen dat we volledig terug mogen, om in Limone de drukte weer in te rijden. En druk is het. Waar motoren en scooters je links en rechts voorbij vliegen, rank als zij zijn. Het wordt een hele toer om een beetje vaart er in te houden en de warmte weer kwijt te raken langs het Gardameer.
Na aankomst in Desenzano was al rap duidelijk dat één der geheelonthouders even vergeten was dat mobiel betekent bewegen. En niet op de bar laten liggen niksen. Met een belletje naar het eerder beleefde hoge paradijs kwam duidelijkheid: ze hebben ‘m! En dat we ‘m morgen komen halen natuurlijk. Sommigen doen er ook werkelijk alles aan om dat te rijden wat ze ook op de wensenlijstje hadden. Al is de afgesloten weg na het terras misschien iets te waarzeggerijïg? Wat het ook is, het is niet voor nu, want nu is bier en eten en gewoon bijkomen van de rit.
Er is in ieder geval genoeg te beleven in deze plaats. Een beetje ronddolen brengt ons op een druk plein, waar nog meer drukte aan toegevoegd wordt met toekomstige echtgenote(s) die een aardappel aan de man proberen te brengen. Merrie- en hengstenbal is met regelmaat bal hier! Rare jongens (en meiden) die Italianen…
Met een pizza en een biertje mogen we terugbogen op een geslaagde dag!
De vrijdag begint al bijtijds om de laatste zaken voor te bereiden voor de rit van dit jaar. Het plan van Italië lijkt de laatste dagen ook weer steeds dichterbij te komen! Niet vanzelf, want het dichtbij halen van Italië doen we middels de trein, wel lijkt het doel haalbaar te worden richting de bloemen riviera te rijden. Italië was de voorgaande weken aardig in de greep van slecht weer, en aangezien we motor rijden en geen waterscooter gaat dat niet fijn samen.
Al gaat zo’n rit niet zonder slag of stoot. Na de motor naar buiten te hebben gerold en een startpoging te doen lijkt de accu prikloos te zijn. Euh?! Dan toch maar de starthulp inschakelen. En inladen! ook al gaan we op de moderne fietsen weg voor 75%, je ziet dat de techniek in een klein hoekje zit te wachten op Murphy. Nadat Egbert en Hugo aanwaaiden om richting het startpunt bij Gerard te rijden was het overduidelijk: accu kaduuk. Plat! Dood!
Plan wordt snel bijgesteld, de starthulp ingeschakeld en koers gezet naar Daveco in Werkendam. En zowaar: een nieuw vonkendoosje hebben zij op voorraad! Ingebouwd en wel staan we een kleine drie kwartier later alsnog bij Gerard, en een fijne punt appeltaart. We kunnen! Met een check-check-dubbel-check wordt de route binnendoor naar Dusseldorf bepaald.
Via Den Bosch, Rosmalen, Veghel, Sint Antonis en Wansum steken we bij Arcen via de pont over om langs de bron van Hertog Jan te rijden. Via Kempen gaan we onderlangs Krefeld door naar Dusseldorf Hb. We zijn er! Het is al druk bij de treinopgang, veel motoren en auto’s staan te wachten tot ze de trein op mogen. En de berijders en bijrijders de trein in!
De laatste editie van het grootaandeelhoudersoverleg was dan misschien wel tot een goede uitkomst gebracht, één ding stond er nog open: het digitale geheugen aanvullen met ALLE beelden. En zo werd er alsnog een beeldenstorm belegd, nu om een gelukkig Chinees Nieuwjaar te wensen. Met een bijna-compleet van oud- en nieuwgarde was dat een goede gelegenheid om verhalen op te halen en een klein beetje vooruit te kijken naar een mogelijke toer met de oude besjes onder de zadels. Niet te vergeten om ook terug te blikken op hoe-zat-dat-ook-weer en waar-was-dat-dan van al die eerdere edities!
Omdat we nu eenmaal geen geheelonthouders zijn kunnen de verhalen wel eens door elkaar lopen natuurlijk. Al bleek dat de lopende leerlijn naar de eerstvolgende uitvoering op twee wielen ook op een andere verhaallijn hing. Met de boeking voor vier die ons via het spoor naar Italië zou brengen zat er een kleine kink in de bovenleiding. Die van vier naar drie terug naar vier sprong nu die vrijgekomen ruimte in de coupé subiet over kon. En zo was dat een beetje vuurwerk op de feestelijkheden, de vuurplaat niet te vergeten.
Dus met alle foto’s compleet op een rij, een fijne maaltijd in het vooronder en een paar biertjes om dat al af te dekken. Vizier mag weer open naar mei, tot die tijd moeten we het stellen met digitale herinneringen. Zodra die mapjes weer gevuld zijn mag 2022 aan de lijst toegevoegd worden. Terugkijkend op al wat geslaagd was! Nu al zin in!
Tradities zijn er om in stand te houden, en dat doen we als geheelonthouders met verve! Voornamelijk omdat je dan niet van alles nieuw hoeft te onthouden en voort kan bordelen op oude gwoonten. En dat is wel zo fijn! En zo schoven op 18 november druppelsgewijs vijf geheelonthouders aan, met één op de mogelijke afwezigheidslijst. Dat was het punt waar het druppelen gestaag over ging in meer gestaag spraakzaamheid! Naast de koetjes, kalfjes, Kawasakis, BMW’s en Honda kwamen er prima ideeen op tafel. Waarvij een oude nieuwe koe uit de sloot werd getrokken: de mogelijkheid om met een Autoslaaptrein een heenreis te doen! Tof, dat ze er weer zijn, fijn fijn fijn!
En zo werd Slovenië geschrapt, Oost-Duitsland gepasseerd en de Vogezen geparkeerd. Het plan om de bloemenrvièra te bezoeken zo’n beetje tussen Portofino en Menton lijkt het meeste vruchten af te werpen! En dan kan vanuit Menton misschien nog wel een klein stukje gemiste Grand Alpes gereden worden? Of die grote bult van de Col de la Bonnette?
Wat de route ook wordt, het gebied leent zich voor een puik rondje rondmotoren! En wat wil de mens nog meer? Nou ja, een paar nieuwe biertjes om het heugelijke feit te vieren.
En een datum ook wanneer dit feest gaat plaatsvinden. Met vier van de vijf aanwezigen en zesde afwezigheid wordt het precies een Liegewagen vol! Remco vliegt elders heen om met meer wielen te gaan toeren. De rest stemt vomondig in. Dit gaan we doen! En als de volle monden met een reeks aan vuurplaatgerecht geleegd zijn worden verhalen opgehaald, om lang nadat de laatste gasten de duidelijke aanwezigheid zijn ontvlucht, de jas op te halen. De dikke bui op de weg terug nemen we voor lief. We hebben een plan! En daar gaan we voor!
Ludres start in een vochtige buitenwereld, al lijkt het vooralsnog droog te blijven de eerste uren. Wat mooi is, dat geeft wat lucht om wat te ontbijten en de grote doorrekening te maken voordat we de laatste kilometers naar huis in gaan zetten. Het ontbijt is van Franse slag, met stukjes stokbrood en krimpcroissantjes. Met wat stevige koffie is dat een prima uitvalsbasis voor de dag!
Als de spullen op de motor staan wordt het grote doorrekenen gestart. Alle bonnen worden tevoorschijn gehaald, waarbij Settle Up het fijne rekenwonder is om de zaakjes glad te trekken. Al met al valt die schade best mee. Zo kunnen we nog wel een keer extra op vakantie?
We vertrekken droog en hebben met Weerplaza enig hoop gekregen dat we het tot aan Brussel droog kunnen houden. Hoop doet leven, en de rechterhand wonderen: gas er op! Het eerste stuk van ongeveer 180 kilometer willen we binnendoor afleggen, en zo draaien we richting Maron, over de D909, en verder langs de Moezel naar Toul. Daar staat een imposant gebouwtje achter wat lijkt een vestingwal te zijn. Dat moeten we onthouden!
Nabij Marchéville-en-Woëvre is de droge pret echt gedaan… Het lichte gespetter wordt gewoon bui! Met de regenkleding om is het rustig doorsturen naar de volgende stop: tanken! Al zit daar we een kleine uitdaging aan… De tanks lopen aardig leeg en de eerste stop is druk. En ruk: daar serveren ze alleen nog Mazout… Daar lopen onze fietsen slecht op!
Tomtom biedt uitkomst, een paar kilometer verder zou een alternatief zijn. Dicht? De energiecrisis kan in een week toch niet ineens zo verslechterd zijn?! Een derde optie net ver de grens met België biedt wel uitkomst, en schenkt zelfs de lievelings-elixer van de oudjes. Vol kan de tocht doorgezet worden, vanaf hier via de snelwegen. De A4 jakkert ons makkelijk door tot aan Houyet, waar de beentjes even gestrekt mogen worden. De zon schijnt hier weer flauwtjes, en de regenpakken gaan voor even de koffer in. De overtuiging dat Brussel toch een natte bende gaat worden doet ze toch weer aantrekken als we het meurende stekje weer verlaten. Vlak bij Brussel gaat het inderdaad regenen, en dat brengt prompt file als op de afslag een setje auto’s flink elkaar gebutst heeft, gelukkig met alleen materiaalschade tot gevolg. Via Antwerpen pakken we de laatste tankstop in Minderhout mee. Daar mogen de regenpakken echt weg: het weer ziet er best uit!
Volgetankt kunnen we hier wel door naar de laatste stop: in Sleeuwijk wordt afgesproken nog even af te stappen en de vakantie echt af te ronden. Via de A27 staan we daar snel, wel met nog wat natte plekken onderweg: er valt zo nu en dan wel een bui! De handen worden geschud, laatste afspraken gemaakt, en zo valt de groep uiteen in een losse Kawasaki ZZR1100 en twee losse BMW K1100RS’n. Het was mooi! Nieuwe dingen gezien, oude herleefd, en een dikke 3200 kilometers gemaakt om tot de conclusie te komen dat de echte Wienerschnitzels er bij ingeschoten zijn dit jaar… Maken we dat goed bij de foto-uitwisseling? Vast niet! Dat kleurt niet Oostenrijks, maar Oostelijks!
De route is met de regen in het water gevallen, daar moet ook nog even aan gesleuteld worden. Net als de fietsen? Al die meters heeft een aardige aanslag gedaan op het gestel, dus een beetje TLC kan geen kwaad.
Vanuit Chamonix staat er een beste rit voor de beg, om zo weer ruim op pad te komen voor de laatste dag. Eerst is het een ontbijt wat genoten mag worden om daarna van de opmaak van de rekening te genieten: kennelijk is er een foutje in de registratie geslopen en staan er een klein aantal biertjes niet in de computer. En wat er niet is kan men niet betalen. Egbert heeft nog wel een tip in het verschiet, die van de geldelijke versie om zo wat compensatie te bieden.
Vanuit Chamonix rijden we de D1506 en N205 richting Magland. Mooie wegen met een enkel kromming glooit tussen het berggebied door. Binnendoor rijden we via Cluses en Bonneville over de D2105 bij Thônex Zwitserland binnen. De rit door Genève is van stoplicht naar stoplicht en schiet niet op, maar dat is een bekend gegeven van de stad. Na een koffiestop in Cheserex op chique wordt de weg dat ook: net na Gingins krullen we door een paar prima pasjes! om aan de Franse kant van het Europese vlak op de N5 te landen. We jakkeren langs Champagnole naar Arbois, om daar de N83 richting Besançon te nemen. Dit schiet op sommige vlakken best op! De N57 brengt ons in Vesoul en langs Epinal, tot we in Vincey even de benen strekken en een plek zoeken om de avond door te brengen.
Die wordt gevonden in Ludres, net onder Nancy. Net iets verder dan gehoopt, en een kleine afwijking in het eerdere doel van Toul. Maar we liggen, en binnen een half uurtje staan we op de stoep. Van het verkeerde hotel..? Oeps, het moet die aan de overkant zijn! Ingecheckt en bijgekomen is het een honderd meter lopen om in een hip-chique tent te belanden om een biertje te klinken en aansluitend te eten. Als we maar voor half 9 vertrokken zijn? Prima! Die tent loopt gestaag voller en voller, en je verwacht het niet op een industrieterrein. Lekker gegeten en weer met de nodige vochtaanvulling kan de laatste streep door de dag. Eentje waar we een kleine 442 kilometer hebben afgelegd, zonder noemenswaardige plensbui op ons dak! En daar was het om te doen. Morgen weer zo’n mazzel?
De regen in Casale Monferrato is weg getrokken en de frisse start van de dag is aangenaam. De route is geladen: we gaan verder naar boven vanaf dit punt, met Courmayeur als doel. Uit Casale nemen we de SP31bis die lekker een glooiende start maakt binnendoor. Na Trino gaat de route door via de SP7 tot aan Livorno, waarna de SP45 en SP78DIR het overnemen richting Ivrea. Vanaf daar wordt richting Point-Saint-Martin gestuurd over de SS26 en wisselen de mooie wegen zich af en doemen de bergen weer meer en meer op! De SS26 voert langs Saint-Vincent en Nus tot een tankstop in Aosta.
Daar worden de benen gestrekt en een nieuw plan opgeworpen: waarom niet de grote St. Bernard meenemen als het maar een uurtje extra is?
En ja: als je dan toch in de buurt bent, het weer er schitterend uitziet en de verkoeling van de berg wel welkom is: doen!
De wegen van de Bernard zijn zeldzaam rustig en we mogen bogen op een steeds kouder worden eindpunt bijna bovenop de berg. En de wetenschap dat de doorgang gesloten is… Dat is dan wel balen! Een poging om door te rijden faalt: ze hebben de weg echt open liggen, dus helaas is het omdraaien en dan toch maar via de St. Bernardtunnel naar de andere kant. Dat gaat allemaal snel en voorspoedig en goedkoper dan gedacht. Het blijft natuurlijk een tolweg, dat ‘tunneltje’ van formaat.
Via Liddes, Sembrancher, Martigny en Trient rollen we Zwitserland uit en Frankrijk weer binnen. De D1506 bergt nog twee mooie Cols en wat meer elektrodrukte: voortuigen met batterij remmen vaker dan je lief is, en inhalen kan vaker niet dan wat men graag zou willen. Uiteindelijk strekken we de benen laatstermaals om het laatste stukje naar Chamonix door te steken. Booking geeft veel opties, maar niks geschikts. Ouderwets gaan we een aantal hotels langs tot we plek hebben in Bar/Bistro/Hotel Isabelle. We liggen! Na een geslaagde dag die weer fijn stuurwerk bracht mogen een paar glazen tegen elkaar geklotst worden, herinneringen opgediept (want die beleven vaker in Chamonix) en een stek gevonden worden om te eten. Topdag!
De nacht bracht heel wat regen en onweer, en daarmee ook de nodig onrust. De ochtend lijkt droog te zijn begonnen, met een enkel spatje links en rechts. Dat is wel een reden om een plan te trekken wat te doen. Maar eerst ontbijt!
Dat is een herhaling van eerdere hotels, zij het dat er nu enkele stevige doet-het-zelf broden liggen. Een dik plak snijden en met beste koffie wegspoelen ten gevolg. Puike basis voor de start van de ochtend!
Weerplaza.nl geeft overzichten van diverse eind- en tussenlocaties, waaruit de conclusie getrokken wordt dat we beter horizontaal kunnen verplaatsen richting Frankrijk, daar lijkt het droog te blijven en/of worden. Dus tijd om de fietsen weer startklaar te maken en op pad te gaan!
De wegen zijn nog nat, net als de bossen waar we doorheen slingeren vanuit Asiago, over de SS349. De weg gaat over in de SS350 en geeft tussen de bergen door het schitterende beeld van bossen op hellingen die de regen uit lijken te ademen in een beginnend zonnetje. De wegen drogen geleidelijk op en het sturen gaat steeds fijner zo!
Bij Caliano is die draaipret wel een beetje klaar als we de SS12 nemen. De wegen worden drukker en meer rechtoe-rechtaan. Wel leuk dat er een dorp vernoemd is aan de schrijver van dit al langs de route! In Ala zetten we de fietsen aan de kant voor een bakje koffie en een regencheck: alles lijkt er nog goed uit te zien!
Vanuit Ala belanden we uiteindelijk op de SR450 en rijden zo onder Lago di Garda langs, om nabij Desenzano del Garda op een doorvoerroute te draaien. Druk. Rotondes. Veel! De weg voert langs Manerbio, Melegnano, Vigenano en Mortara, waar de laatste benenstrek gedaan wordt. Een hotel wordt daar gevonden en de koers wordt gewijzigd van Vercelli naar Casale Monferrato. Het lijken allemaal maar kilometers van niks op de kaart en Tomtom, de hoeveelheid met rotondes en verkeer halen de snelheid er vaak knap uit.
Het hotel is snel gevonden, de incheck rap gedaan, de opfris veegt de hete broeidag af en een koud biertje vult wat vocht bij! En zo is het een geslaagde dag van 353 droge kilometers, althans: die van buiten- naar binnenvocht dan. Een goed diner en een fijn biertje verder maakt de dag wel af, met geflitst in de verte. Wat wordt het morgen?
Het is een beste drukte in het hotel in Cortina d’Ampezzo, zijn de vakanties nog niet voorbij eigenlijk? Met een beetje filevorming bij de broodjes en toebehoren wordt een stevig ontbijt genoten. Op de weg terug naar het buitenverblijf (lees: oud hok wat bij het hotel hoort) staat de Noor zijn motor al te bepakken. Hij gaat een beetje richting Pordoi sturen. Arrividecci!
Wij hebben een aantal andere dingen op de rit staan. We trekken verder zuidwaarts om bij de buien uit de buurt te blijven, met mooi meegenomen gegeven dat het in die hoek best wel eens fijn sturen kan zijn. Dus verkiezen we de SS51 tot aan Pieve di Cadore en zakken via wat tunnels verder af langs Longarone. En dat is best mooi sturen, maar wel druk druk druk!
In Belluno doen we een bakje koffie in een oud centrum. Niet alleen de gebouwen zijn op leeftijd, ook het overgrote deel van de bevolking die op stap is redelijk oud. Op het terras verwonderen we ons waarom je je hondje “Basta!” zou noemen. Geen idee.
Bij San Felice draaien we de SP535 op richting één van de doelen vandaag: de San Baldo pass. Naast dat het hier rustiger is, is het ook fijn sturen. En geen slecht idee stoplichten toe te passen bij de vier haarspeldbochten die half in tunnels verstopt liggen: wat zijn die krap! En kort! Voor het vervolg is het even puzzelen aangezien de weg niet op de Tomtom direct naar voren komt. Met wat wisselend asfalt en smalle weggetjes houden we even halt. Het frisse van de ochtend is ondertussen meer dan ingeruild voor warm. Best warm! De weg loopt tussen Cison di Valmarino en Pellegai.
Op de SP1 nabij Mel aangekomen wordt de volgende route bepaald. Wat eigenlijk van links naar recht liep draaien we om, en gaan weer op pad. Eerst nog een stuk over de SP1 om bij Busche over te gaan naar de SS50. Bij Feltre draaien we ook die weer af en komen we op de SP148 over de Col de Baio en dwars dookrijgen we een keur aan bochtenwerk voorgeschoteld tot aan Romano d’Ezzelino.
Bij Bassano del Grappa gaan we richting Tortima, om bij Conco een tankstop te maken. En de dag op te maken: tijd voor uit te kijken naar een hotel! Op de route vinden we er eentje in Asiago, waarna we de route vervolgen. Met wederom wat fijn bochtenwerk en vergezichten staan we bij het hotel voor de deur. Inchecken en uitpakken volgt, en weer een beetje opgefrist mogen wat biertjes tegen elkaar geklotst worden. Een bijzonder draaiende dag mag op worden teruggebogen. Nu is het genieten van de rust van buiten, om daarna de Italiaanse wijnkaart in een literkaraf van iets van rood terug te lezen tijdens menu. Ons Italiaans is net zo goed als het Engels wat hier gehanteerd wordt. Met een afzakker in de bar waar we wat hulp van de jonge aanwas krijgen maken we kennis met een Grappa nogwat, die met smaak wordt weg gewerkt. Een mooie afsluiter!
Vandaag staat de ‘La grande Strada delle Dolomiti‘ op het programma, met als een mooie insteek de route daar naartoe! Maar niet eerder dat naast de bepakking ook wat broodjes en koffie zijn ingepakt, de één in de koffers en tassen, de ander in het menselijke bergruim.
Al redelijk snel blijkt dat er een bougie niet meer lijkt te functioneren bij de ZZR, en op drie poten loopt het machtige machine toch een stuk minder dan op alle vier. Na een rare draai over een tolweg keren we een stukje om om langs een Kawasaki dealer nabij Bolzano te gaan om wat nieuwe kaarsjes te halen. Het zal toch niet weer zo’n vermaledijde irridiumding zijn? De dealer zoekt de juiste bougies op, en voor een mooi prijsje kunnen we verder: vanavond wordt de wissel gepland!
We hebben dan al de Mendelpass gehad, en zijn langs Eppan gereden. De SS42 voerde ons naar Bolzano. Met wat omwegen zakken we de SS241 af bij Kardaun, en draaien richting Planetarium Alto Adigo een paar prima bochten in! De SS241 wordt verder weer opgepikt en gaat over in de SS48 richting Mazzin. Niet veel later staan we op een andere enorme bult doordraaiers: die van Passe Pordoi! Weer een spectaculair stuk asfalt, met nog veel spectaculairder uitzichten. Bij Arabba draaien we de SP244 op, die over gaat naar de SR48. Bij Cernadoi lijkt de ene route van de Dolomiti af te wijken van de ander, waar Tomtom de route verkiest via de SR203, langs Alleghe. Bij een strekstopje nabij Val wordt de dag opgemaakt: deze route vervolgen wil zeggen dat we om half zes in Cortina staan. Dan nog sleutelen heeft niet de voorkeur. Dus met een aanpassing van de route worden we voor de tweede keer deze dag teruggeleid.
Een hotel is dan al gevonden, inboeken doen we daar wel nu de techniek het ook digitaal af laat weten. Bij Cernadoi gaan we nu de SP24 op, waar ook weer prachtige stukken weg worden meegepikt. Tussen de bergen hangt ondertussen een dikke welkenlaag, waar langzaam wat meer water uit begint te druppelen. Niet genoeg voor een pakwissel, wel om het voorzichtig aan te doen!
In Cortina d’Amprezzo boeken we nu wel in, in een vorm van Falty Towers achtige opzet. Sinds de jaren 70 is hier maar weinig gepoetst aan de 3-sterren die op de gevel prijken. Een kleine opfrisser en een dito bierversnapering brengt ons naar de klus: het fixen van de bokkige Jap!
Een van de standaard bougies leek de geest te hebben gegeven. Zijn buurman Irridium is gelijk ook vervangen. Een testje leert: alles doet weer wat het moet doen! Wat een klein vonkgemis niet teweeg kan brengen. Een biertje is wel weer verdient, waarbij een Noorse reiziger verhaal doet en enthousiast is over zijn reis die via vracht en vliegtuig in München was gestart.
Een klein beetje diner volgt, waar ook de glorie ietwat in de drukte verloren lijkt te zijn gegaan. Wat gaat er mis?
Een afsluitend biertje kan voor de openhaard genoten worden: wat een fijne verrassing en verassing is dat! Al met al een geslaagde dag, en uitzicht op nog een zonnige. Maar waarheen? Dat zien we morgen!
Het was eigenlijk de enige ‘dat willen we echt echt echt zien’ voor de invulling van de vakantie. En vandaag was het dan zo ver: de Stelvio! In Sulden genieten we eerst nog van een fijn ontbijt en draaien de interne motoren warm. De ochtend begint frisjes, met wat bewolking, en de rit start met een ander uitvoer uit het dorp dan invoerroute. Het is ongeveer een kwartiertje rijden om weer op de route te komen, en zo draaien we de Stelviopas op!
Ondertussen zit de berg al redelijk vol met fietsers, motoren, auto’s en wandelaars. En al wat daartussen valt. Deze zijde is wel het meest indrukwekkend: wat een uitzichten. En wat een onophoudelijke doordraaiers en haarspeldbochten! Met een tweede stop staan we niet ver onder de top, maar bracht het wel het hoogtepunt!
Bij het afstappen gaat met een dikke plof de dop van het koelwater van Marco’s K1100RS er af: met een grote stoomwolk tot gevolg! Oef… Zo erg is het continentieprobleempje niet eerder geweest! Na eerst geforceerd en daarna rustig afkoelen wordt de tocht naar de top voortgezet. Heel die top vol, maar geen hond op het terras? Behalve na wij voor koffie waren aangeschoven, misschien wat te fris buiten? We zitten dan ook zo’n 2700 meter hoog, en de zon doet echt wel zijn best. Ondertussen komt er een hele stoet met knappe auto’s voorbij, musclecars eerste klas! Die zijn met een speciale bergrit bezig.
Aan de andere kant van de berg op de rit naar beneden fiets en hardloopt en wandelt de ‘Stelvio for Life’, waar wij het helmpje voor afdoen, als je de mens zo ziet bikkelen. Inclusief de handbikers! Die kant is wat minder spectaculair qua rijden, maar niet minder mooi. Na Bormio vervolgen we via de SS300 en houden even halt bij de Rifugio Arnaldo Berni om even de benen te strekken. Deze blijven we ook volgen verder zuidwaarts en pakken de Passo delle Graole ook mee. Na Ponti di Legno draaien we richting de Passo del Tonale via de SS42 tot nabij Cles.
Tijdens een tankstop wordt de eindroute bepaald. Richting Bolzano geeft Booking weinig betaalbare opties, Malosco lijkt wel een prima plek te zijn met meer opties. We leggen niks vast en rijden naar keuze nummer één. Het Panorama hotel heeft plek, is betaalbaar en alles zit er in. Behalve dan wat voorzichtige biertjes, we liggen, zitten en eten! Het is onderwijl gewoon een erg mooie en warme dag geworden, waar we misschien niet zoveel kilometers gemaakt hebben, die 168 waren wel werken en schittervol!
Op het terras zit een Nederlands (naar later blijkt) motorclubcollega’s te kijken naar de F1. Wij klinken het eerste biertje en mogen terugbogen op een mooie dag!
De ochtend staat er mooi bij, maar ook wat vochtig. Buiten vooral. Het druppelt een klein beetje als we staan te wachten tot het Fruhstuckhok wordt geopend. Daar waren we net iets te fruh voor. En dat stukje ontbijt was naast goed geregeld en van koffie voorzien ook opgeleukt met de joviale uitbater. Die ons reisplan volledig in het vakje “Geil!” plaatste. En daar zijn we het roerend in de cappuccino mee eens!
Na de buienradar te hebben geraadpleegd is het plan duidelijk: we gaan naar beneden toe, zo dicht mogelijk richting Stelvio. Er zijn plenty hotels aldaar, dus dat schept opties! De motoren kunnen weer afgehangen worden en we gaan frisjes, maar weer droog op pad.
Van Nersingen gaan we richting Bibertal, Krumbach en Mindelheim over mooie doordraaiende wegen in een prachtig groen gebied. Via Germaringen en Marktoberdorf komen bij Rieden am Forggensee waar het allemachtig druk is met een stuk Stau van jewelste! Ondertussen is de bewolking ingeruild voor zon, en die gaan minder goed samen met stilstand. Bij Füssen gaan we van deze doorgaande weg af, richting Reutte om daar het plan maar aan te passen. Op de rotonde staan verkeersregelaar mensen weer terug te verwijzen: kennelijk is er toch echt wat aan de hand? Wij mogen door naar Reutte, waar een stukje nostalgie staat te wachten: Hotel Schwarz Ädler. Leeg. Ongebruikt. En vol goede herinnering en verhaal, zeker sinds oprichting in 14-nog-wat.
De route wordt aangepast van doorgaand naar kronkelroute, met dezelfde bestemming, waar we onderweg worden getrakteerd op mooie doorgaande wegen en kleine weggetjes. En de eerste haarspeldjes die prikken! En zo zakken we verder af langs Eimen en Imst, Blons scheert voorbij, net als Neu Amerika! Langzaam begint er ook wat druppels te vallen, die nog geen reden zijn om te stoppen. Maar vlak voor Prutz wordt het echt prutsweer… De regenpakken worden uit het vet getrokken en aangetrokken. Het is gedaan met de droogte!
Via Tosens, Pfunds en Nauders rijden we langs het meer bij Reschen. Leuke bochten wachten bij Ulten-Alsack tot we op het eindpunt staan: Schluderns! Booking.com geeft ondertussen aan dat er maar bar weinig slaapplaats voor drie in in deze hoek. Uiteindelijk wordt er wat gewikt, gewogen en beslist: het wordt Sulden! Daar wordt een stek met alles op/aan gevonden, de route wordt aangepast, de regenpakken afgegooid. Het laatste stukje gaat over een klein deel van de Stelviopas, om ons uiteindelijk bij het hotel in Sulden te brengen.
De uitbaatster was in de veronderstelling dat we met 4 kwamen. Nein, drei! En met helpende hand werd de boeking omgegoocheld van twee naar drie kamers, en kwam alles nog op de pootjes van de middenbok terecht!
Een eerste klein biertje kon laat genoten, we waren na zevenen weer opgefrist en paraat. Wat al snel volgde in een voorgeschreven menu, van een gang of 5. En goed! En met een biertje en wijntje kan worden teruggebogen op een natte, maar mooie dag sturen! Op naar de Stelvio. Nu echt!
Het is eindelijk weer zo ver! In afgeslankte vorm, althans die voornamelijk in de bezetting van de rijders is te zien, mogen we weer een rondje maken! We verzamelen bijtijds bij Egbert om daar naast een paar bakken koffie en gevulde broodjes ook de route te laden voor vandaag. Een heel indrukwekkende rit zal het niet worden: er staat een grote verplaatsing in het plan! Ulm wordt als reisdoel ingesteld, en met een kleine 700 kilometer zou dat toch wel te doen moeten zijn. Toch?
Het weer is prachtig: in het begin van de een ietwat bewolkt, en lekker van temperatuur. Gaandeweegs onze rit via Roermond, Mönchengladbach, Koblenz, Bad Kreuznach, Karlsruhe, Stuttgart en Ulm wordt het beter en beter. en warmer! Maar het gaat niet zo makkelijk als het in één zin opsommen van wat plaatsen. Onderweg wordt bijtijds gestopt voor een tankstop of even de benen te strekken en een broodje of water in te nemen. Of omdat er file staat… En dat stond er veelvuldig vaak! Vooral de andere kant op, waar je dan je gelederde vingers mocht kruisen dat we daar niet in stonden: mensen in kilometers lange optocht naast de auto’s, motoren stil en alles plat.
Tijdens de laatste stop, waar het ondertussen al half 7 is geweest en de dag enig gevoel teweeg begint te brengen, wordt uitgekeken naar een Hotel in Ulm. Die er voor deze samenstelling er niet lijkt te zijn. Daarentegen wordt een prima plek gevonden met pizzabakker en al gevonden in Nersingen. Lang leve Booking.com! We liggen en kunnen gelijk eten. Prima!
Het is even zoeken naar de ingang, en de uitbater en consorten hebben het retedruk: de tent zit binnen en buiten afgeladen vol! Goed teken? Ingeboek en opgefrist is het aanschuiven, en wachten tot wat biertjes de revue passeren. En dat duurt door de drukte wel wat langer dan gehoopt. Wel zo veilig voor dag één? Als dan ook de pizza’s volgen is de dag compleet! 668 kilometers op de oude fietsen… Dat is een mooie start!