Als om 7 uur de dag alweer aanvangt is het best vroeg voor een doorsnee doorstart. Maar een mini-brood ontbijt met een bakje koffie-gelijkend materiaal en een heule slechte imitatie van Michael Claqxson van de Hotellier begint de dag weer wat vast voet te krijgen.De motoren kunnen weer volgeladen worden en het plan om een dagje door de Vogezen te sturen kan ook wat meer vorm gegeven worden als de kaart er bij gepakt wordt.
Vanuit Plombières zullen we eerst richting Colmar sturen om naderhand af te zakken naar Belfort. Dat zou een mooi stukje worden die rond de middag weer een nieuwe richting zou kunnen krijgen. Zo gezegd en zo in de Tomtom geproggelt: we kunnen! Na de muffe bierrekening ook glad gemaakt te hebben zetten we de tocht in via D23 en D417, langs Gerardmer. Geef die Fransen een prachtig blauw-ogend water en er ontpopt een sportief volkje kennelijk? Het stadje is één en al sportiviteit: vele roeiers, hardloper, fietsers: alles is in beweging. Sportcentra en andere sportgelegenheden maken het af. Het is opvallend, maar ook een mooie afleiding van het andere natuurschoon! We vervolgen de D417 en komen uiteindelijk via een paar kronkels langs Turckheim in Colmar. Daar in een lokaal Thee/koffie/gok/wedren-huis een bakje koffie gedaan. De tocht gaat verder via D417 en via Munster-van-de-kazen steken we de D27 op. Op de kruising van de D430 en de D431 krijgen we één van de fraaiste uitzichten tussen twee bergflanken door op een achterliggende valei. Dit is een mooi beeld om vast te houden in de herinneringen…
Goed, waar hadden we ook weer over? Als boven op de berg in Markstein de lunch wilen doen blijkt de BMW zijn eigen toer te willen starten, en rolt van de standaard af. Is het zo'n dag? Nee toch?
Met hernieuwde energie is het laatste stuk naar Belfort aan de beurt. Daar nog een bakje doen en een nieuw eindpunt kiezen: we gokken op Pontarlier. Die gok gaat gaandeweg anders worden, zeker als we in het begin een drukte van belang de weg blokkeerd samen met een kudde volk en omleiding. De aankomsttijd van 18.00 wordt al een 18.45, en er moet nog een tankstopje gedaan worden ook. We worden over fijne wegen gejaagd waar veel D in zit maar weinig kaartgegevens voor naar boven komen. Als het tankstation zich nog niet aan wil dienen na de aangegeven kilometers is de eerste de beste dichtbij aan de beurt: L'isle sur le Doubs. als we hiervandaan door willen rijden naar Potarlier over de binnendoorwegen zijn we mintens nog 2.5 uur aan het sturen. Dat is wat veel… Dat binnendoor gedoe kost nogal wat tijd en de kilometers zijn wat aan de lange kant. Ligt vast aan al die bochten..? Na wat opties Tom voorgelegd te hebben is de laatste: Baumes-les-dames. Ook deze naam heeft een deel van de favoriete onderdelen van de vakantie? Tot je er dan bent een minuut of 40 later. Hotel 1 dicht op zondag, hotel 2 opgedoekt, hotel 3 opgedoekt, hotellier niet bestaand. Merde! En het is ondertussen 18.00 en warm. Nogmaals de koppen bij elkaar steken om een nieuw eindstation te kiezen werd door (wederom) de BMW verkeerd opgevat, die zijn bolle kop er ook bij steekt… Iets te dicht bij die van Remco… Wat voor vakantie draait dit op uit?
Laatste optie wordt een hotel rechtstreeks te zoeken. Op een kleine 30 kilometer en 40 minuten sturen zou er één zitten. En ja! Zowaar open en vriendelijkheid te top! De eigenaar is alleen, krijgt de kok niet te pakken, maar heeft het zo rustig dat hij het koken zelf wel ter hand wil nemen. En dat heeft hij aardig in de hand! met een paar lekkere biertje van de fles, een lekker maal met kaasplank en wijntje toe maakt deze dag tot een mooie! Op naar dag 4!